‘Golden Oak’ is een Amerikaanse indie soul- en folkgroep uit Portland, Maine die eind 2015 werd opgericht rond broer en zus Zak en Lena Kendall. Begin 2016 brachten ze hun debuutalbum “Pleasant St.” uit dat in oktober 2017 werd opgevolgd door een EP die “Foxgloves” als titel kreeg. Daarna was het wachten tot de zomer van dit jaar om een tweede full-cd van deze vierkoppige formatie te mogen verwelkomen. Op het nieuwe album “Room To Grow” speelt de zwaar bebaarde leadzanger Zak Kendall op akoestische en elektrische gitaar, banjo en viool terwijl zijn zus Lena meezingt en op klarinet speelt en Mike Knowles op basgitaar en Jackson Cromwell op drums spelen. Het centrale thema voor dit album handelt over de fysische en emotionele impact van de klimaatcrisis op de mensheid.

Zak Kendall haalt in de tekst op het hoesje van deze cd daarvoor een interessant voorbeeld aan over de massale uitroeiing van een in miljoenen exemplaren voorkomende vogelsoort in de 19e eeuw. ‘The Passenger Pigeon’ oftewel de ongeveer 40 cm grote trekduif was in de 19e eeuw alom aanwezig in Noord-Amerika maar deze soort was rond de eeuwwisseling zo goed als volledig uitgestorven, vooral veroorzaakt door een nietsontziende jacht op de vogel en de snelle ontbossing van zijn leefwereld. De mensheid moet daaruit leren dat we persoonlijk verantwoordelijk zijn voor de eventuele teloorgang van ons milieu en ons klimaat, dat we heel zorgvuldig met onze planeet moeten omgaan en dat als het fout zou gaan een miljardengrote bevolking op korte tijd helemaal verloren zou kunnen gaan.

Dit verhaal kenmerkt de ecologische interesse van de Kendalls en het thema wordt verder uitgewerkt in de liedjes op hun album “Room To Grow” waarmee ze de luisteraars bewust willen maken van hun rol in dit ecologische gebeuren. De hoop uitsprekende titeltrack staat op de cd helemaal achteraan en in het openingsnummer “Paradise” bezingt ‘Golden Oak’ al het moois dat we nog altijd in onze omgeving mogen ontdekken. Beide verhalende folksongs kunt u beluisteren via de twee audiovideo’s bij deze recensie.

Zak Kendall was ook de producer van deze plaat waarvoor enkele gastmuzikanten in de ‘Monaco Studios’-opnameruimte in Falmouth, Maine werden gehaald. Zo speelt Ben Cosgrove mee op piano, Dan Capaldi op percussie bij de song “Little Light”, Brett Lanier op steelgitaar bij het nummer “Ash” en trompettist Christian Bertelsen op “Little Light” en samen met trombonespeler Forrest Tripp op de meest ruim georkestreerde tracks “Only One” en “The Light And Loneliness”.

Naast de belangrijke boodschappen in de songs is het natuurlijk altijd aangenaam als die op een leuke melodie gepresenteerd worden. Dat is zeker het geval voor de tien nummers op “Room To Grow” waarbij de harmonieuze samenzang tussen Zak en Lena telkens weer voor een gezellige sfeer bij elke song blijkt te zorgen. Voorbeelden van dergelijke liedjes zijn “Black Feather / Silent Spring”, “Islands” en de zachte ballads “Falter”, “Ash”, “Room To Grow” en “Little Light” waarop Lena de leadzangpartij even overneemt van Zak die deze rol perfect waarneemt op alle andere liedjes.

(valsam)